Beschermingsklassen adembescherming
Welke stoffen:
- Stof (hoe kleiner het stofdeeltje, hoe groter het risico)
- Nevel (kleine vloeibare druppels)
- Rook (afkoelende rook vormt kleine deeltjes bij condensatie)
- Damp (bij verhitten van vaste of vloeibare stoffen)
- Gas (verspreid snel en ver)
- Zuurstoftekort / Zuurstofverrijking (standaard adembescherming is hier NIET
geschikt)
Beschermingsklassen tegen GASSEN/DAMPEN:
- KLASSE 1 voor een gasvolumegehalte onder 0.1% (Filter)
- KLASSE 2 voor een gasvolumegehalte tussen 0.1% en 0.5% (Filter)
- KLASSE 3 voor een gasvolumegehalte tussen 0.5% en 1% (Grote filter aan riem te dragen)
Beschermingsklassen tegen DEELTJES, STOF EN AEROSOLEN:
- KLASSE 1 (PI of FFPI) Tegen grote vaste deeltjes zonder speciale toxiciteit (Calciumcabonaat)
- KLASSE 2 (P2 of FFP2) Tegen vaste en/of vloeibare aerosolen, die als gevaarlijk of irriterend werken gelden (Silicium-natriumcarbonaat/soda)
- KLASSE 3 (P3 of FFP3) Tegen toxische, vaste en/of vloeibare aerosolen (BerylliumNikkel-Uranium-exotische houtsoorten)
Type filter: GASSEN - DAMPEN
- A : Organische gassen en dampen met kookpunt boven 65°C. Vb.: solventen, koolwaterstoffen,...
- AX : Organische gassen en dampen met kookpunt onder 65°C.
- B : Anorganische gassen en dampen. Vb.: chloor, blauwzuurzouten, formol, zoutzuren,...
- E : Zure gassen en dampen. Vb.: zwaveldioxide,...
- K : Ammoniak en organische aminoderivaten.
- P : Partikels, stof.
- CO : Koolmonoxide.
- Hg: Kwikdampen.
- NOx : Stikstofmonoxide, Stikstofoxide, salpeterhoudende damp.
- I : Jodium
Terug ›